Kinderen met een autismespectrumstoornis (ASS) hebben vaker last van eetproblemen dan kinderen met andere beperkingen of een normale ontwikkeling. Dit blijkt uit onderzoek van Nancy Kleinveld, arts bij Emergis kinder- en jeugdpsychiatrie. Er kan onderscheid gemaakt worden tussen kinderen die ‘moeilijke eters’ zijn en kinderen met een autismespectrumstoornis en een eetstoornis.  Kleinveld pleit voor meer aandacht voor deze bevindingen.

“Eten is een eerste levensbehoefte. En dus maken ouders zich daar snel zorgen over” zegt Nancy Kleinveld in de Radar van september 2014. Het is niet vreemd dat ouders sneller aan de bel trekken bij een veranderd eetpatroon van hun kind dan met ander afwijkend gedrag. Naar aanleiding van een ervaring tijdens haar opleiding tot kinder- en jeugdpsychiater besloot Kleinveld onderzoek te doen naar autisme en eetproblematiek. Uit de resultaten blijkt dat autismespectrumstoornissen (ASS) in combinatie met eetstoornissen vaker voorkomen in de praktijk, maar een specifiek ‘autistisch eetpatroon’ niet bestaat. 

Volgens GZ-psycholoog Audrey Mol kan er onderscheid gemaakt worden tussen ASS en (autismespecifieke) eetproblematiek en ASS en een eetstoornis. Bij ASS en (autismespecifieke) eetproblematiek gaat het meer om de ‘moeilijke eters’. Problemen die hierbij voorkomen zijn moeite met kauwen en doorslikken, problemen met de textuur van het eten of een sterke afkeer of voorkeur voor bepaald voedsel. Uit onderzoek is gebleken dat 60 tot 70% van de kinderen met ASS een ‘moeilijke eter’ is. In een klein geval is er sprake van ASS en een eetstoornis als anorexia nervosa. Uit een aantal voorvallen is gebleken dat anorexia kan ontstaan na een (letterlijk genomen) opmerking. Een voorbeeld komt van een 16-jarig meisje met ASS dat direct stopte met eten nadat een groenteman een opmerking over haar buikje had gemaakt. 

Ook op sociaal gebied kan de combinatie van ASS en eetproblematiek voor belemmeringen zorgen. Onderzoek heeft aangetoond dat mensen met ASS en anorexia nervosa ernstige problemen hebben in de sociale interactie. Ook moeilijke eters kunnen hier last van hebben, bijvoorbeeld door een eetritueel niet als sociaal contact te zien. Dit heeft een negatieve invloed op de rest van het gezin. 

Nancy Kleinveld pleit voor meer aandacht voor de combinatie van autismespectrumstoornissen met eetstoornissen. Vooralsnog wordt er namelijk weinig over gezegd in richtlijnen die gericht zijn op de behandeling van ASS. In sommige gevallen ontbreekt de informatie volledig. Voor artsen is het slim om de ontwikkeling van een kind met een eetprobleem breder in kaart te brengen en bijvoorbeeld ook het sociaal functioneren te onderzoeken. Daarnaast moeten psychiaters de mogelijke eetproblemen van een kind met ASS onderkennen en tot onderdeel van de behandeling maken als dit nodig is.

Bron: Radar 3 – 2014

Back To Top