De wachttijden voor hulp in de Nederlandse ggz zijn lang. Eetstoornissen staan in de top vier van de langste wachttijden. Gemiddeld wachten eetstoornispatiënten na verwijzing van de huisarts achttien weken op behandeling. De precieze lengte van de wachttijd hangt sterk af van de regio waarin je woont en de problematiek waarmee je te maken hebt. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van meerdere aandoeningen, ook wel multimorbiditeit duurt de wachttijd vaak langer.

De overheid heeft vastgesteld hoe lang de wachttijd mag duren, dit zijn de Treeknormen:

Wachttijd tussen aanmelding en intake 4 weken
Wachttijd tussen intake en vaststellen diagnose 4 weken
Wachttijd tussen vaststellen diagnose en start behandeling 6 weken

Helaas worden deze tegenwoordig met regelmaat overschreden. Wanneer je langer moet wachten dan de Treeknorm aangeeft kun je contact opnemen met de zorgverzekeraar voor wachttijdbemiddeling. De zorgverzekeraar zal dan onderzoeken wat de mogelijkheden zijn om de wachttijd te verkorten.

De wachttijd is vaak zowel voor de patiënt als naasten een moeilijke en frustrerende periode. Vaak ontstaan er schrijnende situaties waarin mensen achteruit blijven gaan. Bij aanmelding voor hulp heb je een enorme stap gezet en wil je graag werken aan je herstel, maar in plaats daarvan moet je wachten op hulp. Dat terwijl bekend is dat hoe eerder een eetstoornis wordt behandeld, hoe groter de kans op herstel.

WEET bracht onlangs de behoeften van patiënten en ouders tijdens de wachttijd in kaart en onderzocht welke laagdrempelige vormen van hulp helpend kunnen zijn tijdens de wachttijd. Om toch al kleine stappen in herstel te zetten en de motivatie voor herstel vast te blijven houden kan het goed zijn gebruik te maken van wachttijdoverbrugging. In samenwerking met K-EET, de landelijke ketenaanpak eetstoornissen, maakten we een overzicht van hulpvormen en initiatieven waar zowel patiënten als naasten terecht kunnen.

Back To Top