Een eetstoornis is een psychische stoornis waarbij er sprake is van verstoord eetgedrag, wat zich op verschillende manieren kan uiten. Zo zijn er eetstoornissen waarbij mensen te weinig eten, zoals anorexia nervosa, maar ook eetstoornissen waarbij mensen heel selectief eten (ARFID) of juist last hebben van eetbuien (boulimia nervosa en BED).

Een eetstoornis ontstaat vaak onschuldig en valt vaak niet eens op. We leven in een maatschappij waarin veel mensen bezig zijn met gezond eten en bewegen, veel eetstoornispatiënten behoren hiertoe. Wanneer dit echter omslaat naar een situatie waarin mensen obsessief bezig zijn met gezond eten en bewegen en dit hun gedachten en/of gedragingen domineert spreken we van een eetstoornis. Je zou dit als het ware kunnen zien als een verslaving, welke vaak gepaard gaat met een verstoord lichaamsbeeld en een angst om aan te komen.

Meestal vormt een eetstoornis een uiting van onderliggende psychische problemen, zoals angst of depressie, en is de eetstoornis een manier om controle te ervaren, wanneer dit op andere gebieden in het leven ontbreekt. Het vormt dan een manier om met negatieve emoties en gedachten om te kunnen gaan. Dit maakt ook dat een eetstoornis vaak in eerste instantie niet als vervelend wordt ervaren. Het is iets dat houvast geeft en helpt om te gaan met moeilijke situaties of gebeurtenissen. Een eetstoornis ontstaat vaak uit noodzaak.

Een eetstoornis gaat dan ook niet over eten. Dat klinkt misschien gek, maar hiermee bedoelen we dat het te weinig of te veel eten een symptoom is van onderliggende mentale problematiek. Bij anorexia nervosa is het dan ook niet een kwestie van niet willen eten, maar eerder van niet kunnen eten. Pas wanneer er gewerkt wordt aan hetgeen de eetstoornis veroorzaakt kan een gezondere relatie met eten ontstaan. Dit geldt ook voor de eetstoornissen aan de andere kant van het spectrum, zoals boulimia nervosa en BED. Vaak zijn de oorzaken van de eetstoornis overeenkomstig, maar uit dit zich verschillend. De behandeling van de verschillende eetstoornissen kent dan ook veel overeenkomsten en is vaak zelfs gelijk.

Iemand met een eetstoornis kent vaak twee gedachtestromen, namelijk een kant met gezonde gedachten en een kant met eetgestoorde gedachten. Vaak worden deze fictieve kanten ervaren als stemmen of personen, soms krijgen deze zelfs een naam. De eetgestoorde kant is als het ware een interne criticus die commentaar levert en bevelen geeft wat betreft eten en bewegen. Er ontstaat als het ware een strijd in het hoofd van de persoon met de eetstoornis. De ene stem kan sterker zijn dan de andere. Wanneer de gezonde stem klein is, zal de eetstoornisstem sterker zijn en zullen de eetgestoorde gedachten en het bijbehorende gedrag duidelijker aanwezig zijn. Wanneer de gezonde stem sterker is, zal deze beter opgewassen zijn tegen de ongezonde stem. Veel behandelingen richten zich dan ook op het versterken van deze gezonde stem. Wil je meer weten over hoe het brein van iemand met een eetstoornis werkt? De First EET Kit geeft hier een mooie, gedetailleerde uitleg over.

ARFID

De beschrijving die hierboven wordt gegeven is van toepassing op de meeste eetstoornissen. ARFID kent echter andere kenmerken en oorzaken en vraagt daarmee om een andere benadering. Bij ARFID bestaat er geen verstoord lichaamsbeeld of angst om aan te komen. Bij deze eetstoornis gaat het eerder om angst voor de gevolgen van het eten van bepaalde producten, het ontbreken van de hongerprikkel of moeite met de textuur, geur, kleur en/of smaak van het eten. ARFID-patiënten weigeren eten omdat het te spannend voor hen is, te veel prikkels veroorzaakt of omdat zij simpelweg geen trek hebben en het eten hen tegenstaat. Bij zo’n 60% van de ARFID-patiënten speelt er onderliggend een autismespectrumstoornis.

Bij ARFID is het van belang dat er hulp wordt gezocht bij een zorgprofessional met specifieke kennis en ervaring op dit gebied. De aanpak die wordt ingezet bij de andere eetstoornissen, zal er bij ARFID-patiënten voor zorgen dat de eetproblemen verergeren. Een specifieke behandeling is daarom noodzakelijk. Anders dan bij andere eetstoornissen gaan ARFID-patiënten sneller opzoek naar hulp. Helaas lopen zij vanwege een gebrek aan kennis nog te vaak tegen dichte deuren op.

Back To Top