Als je vermoedt dat iemand in je omgeving een eetstoornis heeft, doe je waarschijnlijk eerst een quickscan op internet. Je wil vermoedens testen, meer niet. Blijkt het foute boel, dan heb je meteen behoefte aan véél meer informatie. Kennis waar je van op aan kunt, die zeker weten klopt (op internet kunnen ze van alles beweren, vind je ineens). Want het gaat hier wel om je partner, je kind. Je wil zo goed mogelijk helpen. En begrijpen ook.

Ligt het dan voor de hand om het Handboek Eetstoornissen te lezen? Eerlijk gezegd: in eerste instantie niet. Niet omdat het te weinig informatie bevat. Integendeel, het boek biedt een prima stand van zaken van alles wat er op dit moment bekend is over deze ziekten. Symptomen, biologische oorzaken, hoe vaak ze voorkomen, welke behandelingen goede resultaten boeken, ethische vragen over wilsbekwaamheid, medische checklisten: het staat er allemaal in. Veel experts uit de wereld van wetenschap, behandeling en ervaringsdeskundigheid hebben bijdragen geleverd.

Maar ook al is het allerergste jargon vermeden, toch blijft het moeilijke kost. ‘Anamnese’, ‘prevalentie’, vetweefsel is ‘een endocryn orgaan’: ga er maar aan staan (zodat de woorden niet door uw hoofd gaan spoken: ze betekenen respectievelijk ‘wat de patiënt met betrekking tot zijn voorgeschiedenis kan vertellen’, ‘het vóórkomen van een verschijnsel’ en ‘een orgaan dat hormonen afscheidt’). Het hoofdstuk over genetisch-biologische achtergronden spant de kroon, al valt er wel uit op te maken dat veel te verwachten valt van genen-onderzoek. Op basis daarvan vallen misschien oorzaken van eetstoornissen te vinden , en mogelijk ook behandelingen. Moedig voorwaarts dus!

Beter behapbaar voor een leek zijn onder meer hoofdstukken uit het deel ‘Achtergronden’. De relatie tussen het slankheidsideaal en westerse voedingspatroon enerzijds en de opkomst van eetstoornissen anderzijds wordt helder uit de doeken gedaan (er is een verband, maar het is zeer de vraag of het ook de hoofdoorzaak is. De meeste vrouwen die lijnen, ontwikkelen immers nooit een eetstoornis). Veel is bekende kost, maar het is goed om het zo goed op een rijtje gezet te zien. Bizar natuurlijk dat zo’n slankheidsideaal zo dominant wordt, terwijl er steeds meer dikmakend voedsel wordt aangeboden en gegeten. Het is een hele kunst om je daar niet te veel van aan te trekken.

Uit het hoofdstuk over preventie valt als ouder ook nog wel wat op te steken: hoe belangrijk het is om je kinderen te helpen een positiever zelfbeeld te ontwikkelen, een belangrijke life skill, net als mediaweerbaarheid en kennis van gezonde voeding. En helemaal aan het eind van het boek staan (bekende) bemoedigende woorden en adviezen voor ‘families, ouders en partners’. Daar wordt de toon warmer, invoelender. Daar vind je wat troost.

Alles bij elkaar is dit boek, met zijn beslisbomen en literatuurverwijzingen, toch meer een naslagwerk voor professionals. Als naastbetrokkene zou ik zeggen: als je zelf de ergste schrik om je dierbare te boven bent, als die na die verschrikkelijke wachtlijsttijd eindelijk ergens hulp krijgt, dan kun je in het Handboek eetstoornissen zaken rustig nalezen. Voor als er medicatie in het spel komt, of als het terugvalpreventieplan in zicht komt.

Uitgever: Uitgeverij de Tijdstroom, jaar 2018
Auteur: Greta Noordenbos en Annemarie van Elburg (redactie)
ISBN: 9789058982506
Prijs: € 53,05

 class=
Back To Top