Niet heel lang geleden werd bekend gemaakt dat de aanmeldingen voor een eetstoorniskliniek met 63% zijn gestegen. Steeds meer mensen die te maken hebben met een eetstoornis zoeken dus hulp, maar vaak is dit pas op het moment dat de situatie al als ernstig beschouwd wordt. Deze groep komt vervolgens op een wachtlijst te staan of belanden zelfs in het ziekenhuis in plaats van op een gespecialiseerde plek waar zij de juiste behandeling krijgen. Hierdoor herstelt minder dan de helft van de patiënten volledig. Hoe denken professionals die werken in de zorg voor eetstoornissen over vroegsignalering? Wij legden ze de volgende stelling voor:

‘De kans op herstel is veel groter wanneer het probleem in een vroeg stadium gesignaleerd wordt.’

 class=

Professional 1: Suzanne de Veer

Suzanne is regiebehandelaar bij Apanta-GGZ op de afdeling eetstoornis. Hier kun je terecht vanaf de leeftijd van 18 jaar als je op zoek bent naar een behandeling.

“Vroegsignalering is erg belangrijk omdat wij denken dat bij eetproblemen het ontwikkelen van een eetstoornis mogelijk voorkomen kan worden. Op tijd signaleren is verder belangrijk omdat het de kans op (sneller) herstel vergroot. Dit bespaart meer leed en het is minder ingrijpend in iemands leven als je nog ambulant behandeld kunt worden in plaats van meer intensief (dag)klinisch. Wanneer er eetproblematiek wordt geconstateerd is het dus belangrijk zo vroeg mogelijk in te grijpen. Dit kan op verschillende plaatsen gebeuren bijvoorbeeld op school, in de thuissituatie of op een sportvereniging. Om dit te faciliteren geven wij regelmatig voorlichting.

Samen met collega’s ga ik regelmatig op bezoek bij een middelbare school, waar we leerkrachten workshops geven over eetstoornissen. Denk hierbij aan uitleg over hoe een eetstoornis zich kan ontwikkelen, maar ook aan manieren over hoe je het gesprek met een leerling aan kan gaan. Welke signalen zijn belangrijk om te zien en wanneer verwijs je een leerling door? Daarnaast is er de mogelijkheid voor een telefonisch consult voor collega’s en beroepskrachten, zowel intern als extern wanneer er gedacht wordt aan eetproblematiek of een eetstoornis. Op die manier kunnen wij informatie verstrekken, waarmee wellicht niet doorverwezen hoeft te worden naar eerstelijnszorg maar iemand bijvoorbeeld genoeg heeft aan een zorgteam op school. Ook op basisscholen komt steeds meer focus te liggen omdat helaas blijkt dat eetproblematiek al op steeds jongere leeftijd begint.

Wanneer er vervolgens eetproblematiek of een eetstoornis bekend is bij een jongere, komt deze vaak in eerste instantie bij de huisarts terecht. Daarom geven wij ook masterclasses voor praktijkondersteuners die aangesloten zijn bij een huisartsenpraktijk. Op die manier kan een jongere mogelijk sneller doorverwezen worden naar de juiste plek. Wij geloven erin dat mensen die gezien worden door iemand met kennis van eetproblematiek, sneller geholpen kunnen worden en mogelijk daardoor kunnen blijven deelnemen aan de maatschappij.

Daarnaast sluiten wij ook aan bij het BEN oftewel het Brabants Netwerk voor Eetstoornissen. Dit netwerk komt verschillende keren per jaar bijeen waarbij de visie en onze ervaring is dat door samenwerking met verschillende partijen (ernstige) eetproblematiek en eetstoornissen sneller herkend en aangepakt kan worden.

Er zijn hier en daar lange wachtlijsten, zeker bij instellingen voor intensievere zorg. Corona heeft hier een rol in gespeeld. Zo nam de problematiek vaak toe (meer stress en minder uitlaatklep b.v. in sport en sociale contacten) terwijl de behandelmogelijkheden beperkter waren (bedden waren nodig voor corona patiënten en behandelingen vonden tijdelijk geen doorgang of slechts via beeldbellen). Er is echter al langer sprake van wachtlijsten, in elk geval binnen de intensievere zorg. In onze ambulante instelling hanteren wij geen wachtlijst voor mensen met eetproblemen. Zij kunnen meestal binnen enkele weken gezien worden. Het komt voor dat mensen bij aanmelding al een te laag bmi hebben om bij ons, dus ambulant, behandeld te kunnen worden. Dat is een gemiste kans en had mogelijk voorkomen kunnen worden door tijdige signalering. De gevolgen hiervan zijn zoals eerder genoemd meer leed en noodzaak tot langere/intensievere behandeling en dus meer ontwrichting in iemands leven.”

Professional 2: Daniëlle Gouman

 class=

Daniëlle is coördinator voorlichting en training bij Stichting Kiem. Zij zetten zich in om diegene met een eetstoornis en hun naasten te helpen sneller (h) erkend te worden, begrepen en gesteund te voelen. Dit doen zij door verschillende activiteiten aan te bieden aan naasten, professionals en scholen.

‘’Jazeker, hoe eerder er gesignaleerd wordt, hoe groter de kans op herstel! Wat wij doen is veel workshops geven, voornamelijk op scholen. Wij zetten hier ervaringsdeskundigen voor in. Door het delen van hun persoonlijke ervaringen en het bespreekbaar maken van onderliggende problemen in de klas triggeren ze jongeren om hierover na te denken. Veel jongeren delen hierdoor ook hun eigen issues of coping stijlen. Veel van onze ervaringsdeskundigen pikken de jongeren die worstelen met eetproblemen er ook snel uit. Na de workshop gaan we soms in gesprek met de desbetreffende leerling en proberen we ze, samen met de school, een zetje te geven richting hulp. Zo hopen we bij te dragen aan vroegsignalering; de stem die de eetstoornis heeft, krijgt daardoor minder kans om te groeien.

Wij proberen het hele systeem te betrekken bij vroegsignalering. Zo komen we niet alleen op scholen, maar bieden we ook trainingen of workshops aan voor het hele systeem. Je kunt dan denken aan naasten, maar ook mentoren, zorgteammedewerkers, sportverenigingen, diëtisten en dergelijke. We trainen op het gebied van vroegsignalering, maar ook specifiek in het bespreekbaar maken van de problematiek. Veel professionals vinden het een uitdaging hoe ze het gesprek aan kunnen gaan, wat ze wel of niet moeten zeggen en hoe ze jongeren kunnen doorverwijzen naar de juiste zorg. Daarnaast trainen we huisartsen (in opleiding) en hebben we een signalenkaart voor deze doelgroep. Als zij bepaalde signalen herkennen kan er uiteindelijk sneller doorverwezen worden naar een juiste behandeling.”

Op de vraag of de lange wachtlijsten die er momenteel zijn voorkomen hadden kunnen worden door vroegsignalering antwoordt Daniëlle dat dat een lastige vraag is. “We krijgen ook vaker de frustrerende vraag uit scholen: ‘Nu hebben we vroeg gesignaleerd en komt onze leerling op een wachtlijst terecht.’ Dat is natuurlijk het ingewikkelde. De wachtlijsten worden natuurlijk langer als er meer gesignaleerd wordt. Wel is het zo dat als we in heel vroeg stadium weten te signaleren, we misschien niet gelijk hoeven door te verwijzen naar de GGZ. Dan zou het misschien mogelijk zijn om eetproblemen nog in de eerstelijnszorg te kunnen oppakken.”

Back To Top