Tekst: Hanneke Ramakers

 class=

Wanneer je het vermoeden hebt dat iemand in je omgeving te maken heeft met een eetstoornis, kan het heel lastig zijn hierover in gesprek te gaan. Je maakt je zorgen om je naaste. Maar iemand die kampt met een eetprobleem, geeft niet snel toe dat er iets aan de hand is. Een eetstoornis wordt in het begin eerder als vriend dan als vijand ervaren waardoor problemen in eerste instantie vaak ontkend worden. Het laatste wat je wil, is de afstand vergroten.

Probeer te allen tijde voor ogen te houden dat een eetstoornis een symptoom is van een ander onderliggend probleem. Niet willen eten of juist te veel eten is geen aandachttrekkerij of koppigheid. Door controle uit te oefenen op eten, kan degene met een eetstoornis zijn of haar andere problemen, waar meestal geen grip op is, het hoofd bieden. Alleen kijken naar het eetpatroon, is symptoombestrijding en is niet voldoende.

Een ander probleem is dat een eetprobleem vaak lange tijd gemaskeerd wordt waardoor het pas in een later stadium wordt opgemerkt. De eetstoornis heeft dan al veel ruimte gekregen om zich dieper te wortelen. Hierdoor gaat veel kostbare tijd verloren en duurt het herstel vaak veel langer dan wanneer eerder was ingegrepen. Het is daarom heel belangrijk om de eerste signalen van een eetstoornis op tijd op te pikken en tot actie over te gaan. Vaak begint een eetprobleem subtiel. Er worden lijnpogingen gedaan, steeds minder gegeten of je hoort op onverwachte momenten: ‘Ik heb geen trek’. Het kan ook zijn dat je lege verpakkingen vindt of dat er een verborgen voorraad eten wordt aangelegd.

Daarnaast hebben mensen met een eetstoornis meestal een laag zelfbeeld, staan ze vaker op de weegschaal en bekijken ze zichzelf obsessief in de spiegel. Er kan sprake zijn van stemmingswisselingen en sociaal contact wordt vermeden.

 class=

Ook lichamelijk kunnen er allerlei signalen zijn die wijzen op een eetprobleem, bijvoorbeeld gewichtsverandering, maar dat is geen must. Een eetstoornis komt ook voor bij een gezond gewicht. Vaak zijn er andere vage klachten, zoals vermoeidheid, hoofdpijn en buikklachten. Bij vrouwen kan de menstruatie wegblijven.

Als je eenmaal in de gaten hebt dat er iets aan de hand is, kan het moeilijk zijn daadwerkelijk actie te ondernemen. Het laatste wat je wil, is de afstand vergroten en het contact of het vertrouwen verliezen. Het is moeilijk om het gesprek aan te gaan, omdat de kans groot is dat alle problemen ontkend worden. Toch is het belangrijk om je zorgen aan te kaarten, zodat degene weet dat zijn of haar gedrag opvalt. Bewustwording is de eerste en een heel belangrijke stap in de richting van hulp. Het is raadzaam van tevoren meer informatie te zoeken over eetstoornissen. Soms heb je wel een vermoeden met welk type eetstoornis je te maken hebt, maar tegelijkertijd bestaan er veel vooroordelen over eetproblemen. Het is goed om hier meer over te weten om te voorkomen dat je de ander veroordeelt of in een hokje plaatst.

Kies een rustig moment om je zorgen te uiten. Doe dit bewust niet tijdens een eetmoment. Het is verstandig om het gesprek één op één te voeren. De ander kan zich in het nauw gedreven voelen. Vertel wat je opvalt aan zijn of haar gedrag en dat je je hier zorgen om maakt. Houd het persoonlijk en dicht bij jezelf, vertel wat het met je doet.

Heb aandacht voor het verhaal van de ander; luister goed en probeer niet te oordelen of je mening te geven. Focus je niet alleen op het eten, omdat iemand met een eetstoornis al altijd en overal bezig is met voeding en dit een beladen onderwerp is. De kans is groot dat er weerstand ontstaat als je hierover begint. In plaats daarvan kun je beter focussen op gevoelens en emoties. Dus niet: ‘Het valt me op dat je weinig eet’, maar: ‘Ik heb het gevoel dat het niet goed met je gaat. Wil je daarover praten?’.

Het is begrijpelijk dat het erg moeilijk is om niet in te grijpen als iemand niet of juist te veel eet. Toch is het verstandig om dit niet te doen. Als iemand met een eetstoornis het gevoel krijgt dat je hem of haar controleert, ontstaat er gauw weerstand en vermijdend gedrag. Het is belangrijker om met elkaar in contact te blijven. Vermijd dwang, kritiek en controle op het eten. Geef aan dat je er bent en dat je graag wilt helpen.

Bied je hulp aan bij het zoeken naar een passende behandeling. Maak samen een plan dat bij de situatie past. Bekijk de opties en help iemand met het zetten van stappen. Mensen met een eetstoornis hebben de neiging om dingen uit te stellen, dus het kan helpend zijn als je aanbiedt bepaalde dingen uit handen te nemen, zoals het plegen van een telefoontje. Daarnaast is het belangrijk om geduld te bewaren. Mensen met een eetprobleem ontkennen dit vaak lange tijd voor zichzelf en verbergen het eetprobleem het liefst voor de buitenwereld. Het kan lijken alsof je zorgen worden weggewuifd, maar het komt echt wel over. Mensen kunnen pas hulp aanvaarden als ze zichzelf bewust zijn van hun probleem en gemotiveerd zijn om er iets aan te doen. Geef iemand de tijd om tot dit besef te komen.

Tot slot is het belangrijk om jezelf niet uit het oog te verliezen. Herstellen van een eetstoornis is een langdurig en zwaar traject, ook voor de naasten. Het is zwaar om je kind, partner of andere naaste te zien worstelen met dit probleem. Er komt ongetwijfeld verdriet, woede en onmacht boven. Het is niet verstandig om deze gevoelens te uiten tegen degene met het probleem, maar zorg ervoor dat je dit bij iemand anders kan ventileren. Zorg dat je voldoende ontspanning hebt en af en toe afstand kan nemen van de situatie.

Back To Top